Johan de Kock sloeg medespeler een gebroken kaak: "En toen hoorde ik er opeens bij"

 

Het leven heeft hem tot nu toe vooral toegelachen. Johan de Kock, gezegend met een gezond stel hersens en een perfecte fysiek, heeft aan de top van het mondiale voetbal mogen proeven en studeerde en passant ook nog eens af als ingenieur. Twee seizoenen was de dertienvoudig international actief voor Roda JC. De centrale verdediger was razend populair bij het Kerkraadse publiek. Niet zo vreemd, want Johan de Kock stond voor wilskracht, werklust en kracht.

 



Zijn zeventig jaar oude landhuis, aan de rand van de Veluwe, is indrukwekkend. "In Limburg het ik geleerd van de natuur te genieten," zegt Johan de Kock, terwijl hij de boslucht diep inhaleert. Vrijwel naast zijn voordeur beginnen de wildroosters, die als grens fungeren van Nederlands' grootste natuurgebied. Eenmaal binnen valt meteen een zilveren- én bronzen voetbalschoen op. Daarnaast een foto van de uitreiking door Jack van Gelder, toen nog mét haar.

Bij Schalke 04 werd hij de voetballende versie van Rambo genoemd. Johan de Kock, groot en sterk, ging in alle duels tot het uiterste. Die mentale een fysieke hardheid heeft hij ten volle benut. "Natuurlijk gebruikte ik mijn voorkomen om te intimideren. Ik betrad altijd als eerste het veld en in de spelerstunnel liep ik altijd voorop. Mét korte mouwen, ook als het vroor, en het hoofd in de nek. Het was een prettig gevoel om de grootste te zijn." Een indringende, priemende blik in de ogen deed de rest. Toch was Johan de Kock van origine helemaal niet zo'n stoere jongen. Na te zijn opgegroeid in een gezin met vier kinderen, werd de negentienjarige adolescent door FC Groningen bij zijn toenmalige club Sliedrecht weggeplukt. "In mijn jeugd heb ik eigenlijk nooit rekening gehouden met een carrière als profvoetballer. Ik was niet begenadigd met heel veel talent en tot mijn vijftiende was ik klein van postuur. Wél ben ik van jongs af aan heel snel geweest en heb ik altijd goed kunnen koppen."

 


Toen hij eenmaal begon te groeien, belandde hij al snel als spits in het eerste. Tijdens een trainingskamp in Groningen stond Han Berger langs de lijn, die hem een contract aanbood bij de plaatselijke FC. Pas na de winterstop maakte hij zijn debuut tegen Feyenoord, een week later scoorde hij zijn eerste doelpunt. Op Kaalheide. Johan de Kock is een man van details: "Jos Daerden was mijn directe tegenstander en Joop Dacier stond in de goal. René Hofman scoorde nog voor Roda JC, maar wij wonnen met 2-1."

Stoer werd De Kock pas na een moeizame integratie bij FC Utrecht, zijn volgende club. Zijn eerste seizoen bracht niet wat iedereen, inclusief hijzelf, ervan had verwacht. In de kleine ruimte bleek hij als spits toch tekort te schieten. Jongens van de straat als Ton Pattinama, Ton de Kruyk, Frans Adelaar en Gert Kruys wisten hem dat wel onder de neus te wrijven. Totdat het De Kock te gortig werd. "In feite was ik voor die jongens een Groningse boer. Dat is een tijdje leuk, maar op een gegeven moment houdt het op. Die knapen trokken zich nergens iets van aan en flikten van alles met je. Mijn schoonvader, die uit de bokswereld afkomstig was, drukte me vaak op het hart dat ik te lief was en meer van me af moest slaan." Die laatste opmerking vatte de Kock vervolgens wat te letterlijk op. Niet veel later ging een medespeler door zijn toedoen met een gebroken kaak, gevolgd door een operatie, onderuit. Het ijs was gebroken en Johan de Kock hoorde er vanaf dat moment helemaal bij.


"Eigenlijk was ik zelf nog het meest onder de indruk van dat voorval." Vervolgens haalde zijn ontdekker Han Berger, inmiddels ook weer in de Domstad belandt, hem naar de defensie. Op de positie van voorstopper groeide Johan de Kock uit tot meest populaire Utrechter. Drie keer werd hij door het publiek verkoren tot populairste speler. Eenmaal won hij de zilveren schoen. "Ik was er vijf jaar aanvoerder en in het seizoen 1992- 1993 werd ik, achter Marc Overmars, uitgeroepen tot beste voetballer van Nederland."

Na zeven seizoenen FC Utrecht was hij, vanwege de slechte band met trainer Leo van Veen en de bestuurlijke chaos rond de club, toe aan iets nieuws. Hij werd betrokken in een ruil met David Nascimento en belandde bij de start van het seizoen 1994- 1995 bij Roda JC. Het werd, met een tweede plaats achter de latere Champions League- winnaar Ajax, een memorabel jaar. Aangezien Roda JC het jaar daarvoor Europees voetbal net was misgelopen, zocht Huub Stevens spelers van buiten Limburg. Hij wilde de mentaliteit aanscherpen. Daarom werd naast De Kock ook Raymond Atteveld aangetrokken. "Wij zeiden in het veld wel waar het op stond. Zelfs Danny Hesp, die de Randstad- mentaliteit toch wel gewend was, stond regelmatig met zijn oren te klapperen.

 


Ach ja, voetbal is nu eenmaal een heel directe vorm van communiceren. Ik speelde als centrale verdediger zonder rugdekking met Atteveld in een stofzuigerrol daar vlak voor. Samen met Mark Luijpers en Gerrie Senden vormde ik de verdediging. Het was een geweldig jaar, maar toch moet je niet denken dat alles toen in perfecte harmonie verliep. Je speelt met zo'n twintig collega's, maar dat betekent niet dat het allemaal vrienden zijn. Dat hoeft ook niet als iedereen zijn plaats maar weet. En dat is nu juist in een periode van succes het grootste probleem. Er zijn altijd spelers die naast hun schoenen gaan lopen. Barry van Galen is de beste linkermiddenvelder waar ik ooit mee heb gespeeld. Maar als hij twee wedstrijden fantastisch had gepresteerd, kon je ervan uitgaan dat je het duel daarna niets meer aan hem had. Het jaar daarop vertrokken onder andere Raymond Atteveld en Mas Huiberts. Vervangers als Edwin Vurens en Richard Roelofsen hadden aanpassingsproblemen, toch wisten we opnieuw Europees voetbal af te dwingen."

Johan de Kock had het inmiddels tot international geschopt en werd dat seizoen nog winnaar van de bronzen schoen. Na het EK van 1996 in Engeland vertrok hij naar Schalke 04. Het werd voor hem de juiste club op het juiste moment. In zijn eerste jaar wonnen "Die Königsblauen" de UEFA Cup ten koste van Inter Milaan. Daardoor reikten vooral de aanwinsten Johan de Kock en Marc Wilmots tot een ongekende populariteit bij de volksclub. "Eigenlijk waren alle ervaringen bij Schalke 04 groots. De populariteit van de club, de traditie en de immens grote belangstelling van de supporters waar zo'n dertigduizend volwassen mensen tijdens thuiswedstrijden voetbalshirts dragen. Bij Schalke 04 waardeert de aanhang het enorm als je honderd procent inzet toont, de duels aangaat en hard werkt. Dát is de mentaliteit van het volk in het Roergebied. Ze willen zien dat je er alles aan doet. Daarom was ik populair en dragen supporters nog altijd shirtjes met mijn naam."

 


Nadat hij in oktober 1998 voor het eerst geblesseerd raakte. Volgde vorig jaar het definitieve afscheid. Diagnose: onherstelbaar kraakbeenletsel in de linkerknie. De Kock trainde afgelopen seizoen weliswaar nog mee, maar kwam tijdens wedstrijden niet meer in actie. In augustus 2001 nam een bomvolle Arena Auf Schalke op indrukwekkende wijze afscheid van de stoere verdediger die voor even sentimenteel werd. "Als zestigduizend mensen je naam roepen moet je wel even slikken, maar daarna ga je gewoon weer door. Dat is blijkbaar toch een bepaalde nuchterheid die ik in mij heb. Geestelijk had ik al van mijn carrière afscheid genomen na het winnen van de beker, vorig seizoen. Toen realiseerde ik me dat ik er niet meer bij hoorde en heb ik wél een traantje moeten wegpinken. Maar natuurlijk besefte ik al twee jaar, waarin ik slechts zes keer in actie kwam, dat het einde van mijn loopbaan naderde. In een zwart gat ben ik dan ook niet gevallen, vooral omdat ik vrijwel mijn hele carrière werkzaam ben geweest als weg- en waterbouwkundige."

Hoewel het een harde wereld is heeft Johan de Kock zich altijd in het profvoetbal thuis gevoeld. "Natuurlijk kleven er ook nadelen aan het beroep van beroepsvoetballer. Een week trainingskamp kan dodelijk saai zijn en in Duitsland zaten we bij uitwedstrijden altijd minimaal een dag in een hotel. Die dagen kunnen dan lang duren. Maar nu ik definitief gestopt ben, realiseer ik me dat ik het wereldje heel erg mis. Jarenlang deelde ik lief en leed met een groep. Ik mis het dagelijkse ritme, het kleedkamergevoel, de spanning en de ontlading van een wedstrijd, het leveren van topprestaties en natuurlijk de massale interesse."

 


"Heb je nog een avondje," lacht Johan de Kock als we hem vragen naar hét moment uit zijn carrière. Hoewel het winnen van de UEFA Cup met Schalke 04 in 1997 er natuurlijk boven uitspringt, zijn ook de uitverkiezingen voor Oranje onvergetelijk ervaringen. Net als het behalen van de tweede plaats in het seizoen 1994- 1995 met Roda JC én het winnen van de zilveren- en bronzen schoen. "We speelden met het Nederlands elftal een fantastisch beslissingsduel tegen Ierland op Anfield Road. Door de 2-0 overwinning kwalificeerden wij ons voor het EK in Engeland." Daar viel Oranje, ondanks de favorietenrol, zwaar tegen. Nadat Nederland in de voorronde tegen Engeland met 4-1 onder de voet was gelopen, volgde de kwartfinale tegen Frankrijk. Het zinderende duel eindigde in doelpuntloos, zodat strafschoppen de beslissing moesten brengen. Nadat Johan de Kock de eerste pingel had benut, was het Clarence Seedorf die uiteindelijk hopeloos faalde.

"Ondanks die vroege uitschakeling was dat evenement voor mij een fantastische ervaring. Nooit ben ik de beste voetballer van een ploeg geweest, toch bereikte ik met mijn kwaliteiten dat niveau." De Kock's echte hoogtepunt is natuurlijk het winnen van de UEFA Cup met Schalke 04 in 1997. Nadat Inter Milaan in Gelsenkirchen met 1-0 was verslagen, kwamen de mannen van Huub Stevens in Italië nauwelijks in de problemen. Toch wist Milaan enkele minuten voor het einde alsnog te scoren. Penalty's moesten na een doelpuntloze verlenging de beslissing brengen. Johan de Kock was aangewezen om de vijfde strafschop te nemen. Het kwam er niet van omdat Aron Winter en Ivan Zamarano namens Inter faalden. "Ik was daar niet rouwig om, omdat ik in de halve finale al een penalty tegen Tenerife had gemist. Het enige dat ik nu hoefde te doen was juichend wegrennen in een met tachtigduizend tifosi gevuld San Siro."

 

Eerder geplaatst in Rodaworld in 2003

 


Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen