Een verleden met een randje

 

Het verhaal van Bert Aipassa (38) kent een zwart randje. De voormalige verdediger van FC Utrecht slijt zijn nadagen bij Chabab.

Een aparte naam, eentje om nooit te vergeten. Bert Aipassa. Houd een uitverkiezing voor de titel 'vergeten FC Utrechtspelers' en zijn naam komt hoog op de lijst voor.

 

 

Begin jaren negentig voetbalde hij, een stoere stopper, in de Domstad. Met Wlodi Smolarek, Johan de Kock, Jantje Oosterhuis. Die tijd.
Tot het vreselijk misging en de profvoetballer Bert Aipassa ineens Bert A. werd. Na slechts één duel op huurbasis voor HFC Haarlem verdween hij in de gevangenis: doorrijden na een dodelijk ongeval en mishandeling. Hij kreeg een jaar cel, maar liefst.

''Dom,'' zegt Aipassa nu, afgemeten. ''Wat kun je er nog meer over zeggen? Na al die tijd? Wat ik heb gedaan, kan ik nooit uitwissen, nooit meer goedmaken. Hooguit een plaats geven. Meer niet.'' Niet dat hij medelijden met zichzelf heeft. Hij is fout geweest, hij is gestraft. Sindsdien neemt hij het leven zoals het komt.

Een prater is Aipassa niet. Dit interview is zijn eerste in tien jaar tijd, constateert hij met een grimas. Zijn vader komt van de Molukken, zijn moeder is Nederlandse, hij is vernoemd naar zijn Hollandse opa Bert. Vandaar de wonderlijke combinatie van voor- en achternaam: Bert Aipassa.

Een wonderlijke verschijning is hij bij Chabab bovendien. Klein van stuk, grijs haar in een staart. Donkere ogen, getinte huid. Sokken hoog opgetrokken, shirt nonchalant uit de broek, broekje veel te lang. ''Ik lijk wel een soort stripfiguur,'' lacht Aipassa.

 

 

Vaste volgers van de eerste klasse kennen hem al jaren. Aipassa kwam de laatste jaren uit voor Nijenrodes, nu FC Breukelen. Hij vertrok er in de winterstop, nadat manager Simon Kistemaker aantrad. Alle regeltjes van 'De Kist', het werd de routinier te veel. ''Dat moet je maar met profs doen, niet bij de amateurs.''
Trainer Simon Ouaali van Chabab haalde Aipassa, een oude bekende, dan ook eenvoudig over tot een terugkeer op de velden.

Aipassa, nog net in de jaren zestig geboren, is een brok onverzettelijkheid. Een 'boef', met een bedenkelijke reputatie, waarvoor hij zelf verantwoordelijkheid neemt. Uitdelen en incasseren, zo hoor je voetbal te spelen. Aipassa: ''Ga maar een ander piepelen, niet mij.''

Kwaadsprekers vonden vorige week munitie om zijn reputatie bevestigd te zien. Als zaalvoetballer - ook in die tak van sport is hij vermaard - van De Hommel deelde hij een elleboogstoot uit, waarna het duel met KW uit Veldhoven gigantisch uit de hand liep.

 

 

''Zo voetbal ik altijd, armen omhoog om mij breed te maken,'' vergoelijkt Aipassa zijn actie. ''Die kerel loopt zelf tegen m'n arm aan. En hij maakt me daar toch een kabaal! Zijn broer speelde ook mee en vloog mij aan. Voor ik het wist, liep de tribune leeg, volgde een knokpartij en was de eerste wedstrijd van het seizoen binnen twaalf minuten gestaakt.'' Weer een kerfje erbij.

Om dat soort zaken maakt Aipassa zich allang niet meer druk. Hij had deze week wel wat anders aan zijn hoofd. Twee zoontjes van trainer Ouaali werden aangereden. Dus hing Aipassa constant aan de telefoon met zijn trainer.

''Hij had zo zijn jongens kwijt kunnen zijn.'' Gelukkig volgde goed nieuws, de twee zijn aan de beterende hand. ''Aan de telefoon zei Simon toen iets moois: 'Het voelt net of mijn kinderen opnieuw geboren zijn'. Nee, aan mijn verleden denk ik op zo'n moment niet. Als het maar goed gaat met zijn kinderen. Dat is het belangrijkste.''

 

Remco Janssen

Eerder geplaatst in het Parool op 15 september 2008

 

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen