'Het verloren jaar' van Jens Toornstra

 

 

Nooit maakte Jens Toornstra (25) meer doelpunten in één seizoen. Twaalf stuks. Toch heeft hij geen moment het idee gehad dat het lekker liep. De voetballer uit Ter Aar is ontevreden over zijn spel bij het sportief sterk teruggevallen FC Utrecht.

Stilstand is hij niet gewend. Sinds de dynamische middenvelder op zijn twintigste met succes de overstap maakte van tweedeklasser Alphense Boys naar eredivisionist ADO Den Haag, nam zijn carrière een hoge vlucht. Werd hij vorig jaar nog uitgenodigd voor een oefentrip met het Nederlands Elftal, nu heeft Toornstra zijn zomervakantie al geboekt. Aan de hand van zijn eigen uitspraken in deze krant uit de afgelopen vier jaar kijkt hij terug en vooruit.

 


’Utrecht is voor mij duidelijk een stap vooruit.’

,,Vorig seizoen wel. Op dit moment wijst de ranglijst iets anders uit: FC Utrecht is onder ADO Den Haag geëindigd. Maar ik blijf bij mijn uitspraak. Utrecht is in de meeste opzichten een professionelere organisatie, een grotere club. Qua spelersgroep in principe ook, alleen kwam het er dit seizoen niet helemaal uit. Ik begon met hoge verwachtingen en ben nu blij dat we geen play-offs tegen degradatie hoeven te spelen. Dat wil ik niet afschuiven op de grote hoeveelheid blessures. We hebben niet goed genoeg gespeeld.’’

,,Het begon al met de uitschakeling in de Europa League door de Luxemburgse postbodes. Het is ons dit seizoen niet gelukt twee goede wedstrijden achter elkaar te spelen. Het is moeilijk om de vinger op de zere plek te leggen. Het zijn verschillende factoren. De betere spelers zijn afgelopen zomer vertrokken en daar is achteraf niet genoeg kwaliteit voor teruggekomen. Bij ADO Den Haag heb ik na een goed seizoen precies zo’n zelfde situatie meegemaakt. Misschien is dit mindere jaar wel een eyeopener geweest voor FC Utrecht.’’


’Van een paar slechte wedstrijden ga je niet dood.’

,,Inderdaad. Ik heb dit seizoen niet goed gespeeld. Of althans, niet goed genoeg. Ik kan meer dan ik heb laten zien. De wisselwerking met het team was ook niet optimaal. Aan het eind van het seizoen denk ik nu wel een beetje: het is een verloren jaar geweest. Gek genoeg was het statistisch gezien juist het beste seizoen uit mijn carrière. Als middenvelder van een club uit het rechterrijtje twaalf doelpunten maken, is niet slecht. Maar het hadden er veel meer kunnen zijn. Ik scoor wel, maar ik lijd teveel balverlies.’’


’Omdat ik altijd in het amateurvoetbal heb gespeeld, waarin het plezier centraal staat, kan ik makkelijker relativeren.’

,,Aan het begin van mijn carrière was dat zo. Nu ben ik er meer mee bezig, hoe vreemd dat misschien ook klinkt. Ik zit echt in het voetbalwereldje. Het is mijn werk geworden. Om te ontspannen ga ik vaak bij mijn vrienden kijken, bij de amateurs van TAVV. Ik nam voetbal altijd al serieus, maar relativeren wordt steeds moeilijker. Als een nederlaag terecht is, heb ik er wel vrede mee. Maar als er meer in gezeten had, en dat was dit seizoen vaak het geval, houdt het me wel twee, drie dagen bezig. Ondanks het tegenvallende seizoen heb ik niet gemerkt dat er chagrijn in de ploeg was, maar toen we ons eenmaal veilig hadden gespeeld, merkte iedereen pas weer hoe ontspannen het óók kan zijn.’’


’Een echte leider ben ik niet. Dat zit niet zo in me. Ik ben ook geen aanvoerder.’

,,Met die uitspraak bedoelde ik dat ik geen natuurlijke leider ben, geen speler die anderen op hun plek zet. Dat vind ik nog steeds. Toch loop ik een groot gedeelte van dit seizoen met de band om mijn arm. Dat zegt wel iets. Het is een vrij jong team, met weinig ervaren spelers. Dan loopt het zo. Eigenlijk ben ik tweede of derde aanvoerder, maar Cedric van der Gun heeft vanwege blessureleed nauwelijks gespeeld. Bij ADO besloot ik op een gegeven moment geen reserve-aanvoerder meer te zijn. In die rol ging ik me anders gedragen. Ik wilde méér voor het team betekenen. Dat ging ten koste van mijn spel. Dit seizoen concentreer ik me puur daar op, aanvoerdersband of niet.’’


’Sommige jongens spelen de hele middag op de PlayStation. Dat lukt mij ook, maar dan denk ik de volgende dag: moet ik dit nu wéér doen?’

,,Ik zit nooit meer op de PlayStation. Destijds kondigde ik aan een studie op te pakken. Dat is er nog niet van gekomen. We hebben nu een hond thuis. Ik heb wel de intentie om te gaan studeren, maar ik moet het laatste zetje nog even krijgen. Ik moet het wel écht willen.’’ Grijnzend: ,,Laat ik maar niet roepen dat ik het ga doen, anders word ik daar over een paar jaar weer aan herinnerd.’’


’Van de weg der geleidelijkheid ben ik nooit geweest.’

,,Heb ik dat gezegd? Dat was dan drie jaar geleden, tijdens het topseizoen bij ADO. Toen ging de lijn recht omhoog. Mijn transfer naar FC Utrecht was een kleine stap omhoog. Het ging hier eigenlijk ook snel – ik speelde goed en kreeg een uitnodiging voor het Nederlands Elftal. Wat dat betreft klopt die uitspraak eigenlijk wel.’’

,,Of ik bij FC Utrecht blijf? In het voetbal weet je nooit wat er komt. Dingen kunnen per dag veranderen. Het is moeilijk om je carrière te plannen. Ik laat het op me afkomen. Als er iets leuks langskomt, ga ik daar over nadenken. Maar laat duidelijk zijn: hier ben ik heel tevreden. Ik heb geen spijt van mijn keuze voor FC Utrecht en heb er alle vertrouwen in dat het beter wordt.’’


’Naar een topclub gaan is niet het plan, maar wel een droom.’

,,Dat is het nog steeds. Het zou een logische vervolgstap zijn. Ik ben er van overtuigd dat ik het niveau van een Nederlandse topclub aan zou kunnen.’’


’Het is goed dat de bondscoach niet alleen naar de topclubs kijkt. Als ik een lange periode goed speel, hoop ik ook in aanmerking te komen.’

,,Dat zei ik kort na die oefentrip met Oranje naar Azië, omdat Louis van Gaal me toen had opgeroepen. Sindsdien heb ik niets meer gehoord. Logisch ook. Ik denk dat de bondscoach nog steeds naar me kijkt, maar dat ik dit seizoen niet goed genoeg heb gespeeld. Mijn zomervakantie heb ik al geboekt.’’

 

Eerder geplaatst in het Leidsch Dagblad

op 10 mei 2014

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen