Co Adriaanse is nu drie maanden in dienst als parttime technisch adviseur van FC Utrecht. Tijdens een forumavond op trainingscomplex Zoudenbalch vertelde hij voor het eerst in het openbaar wat er speelt binnen de club die hij van adviezen voorziet. Hoe Utrecht ervoor staat? 'Trainer Robby Alflen schaakt met wit, daar hou ik van. Het gaat de goede kant op.'

 


Op de achtergrond was Co Adriaanse afgelopen zomer nadrukkelijk betrokken bij de samenstelling van de nieuwe trainersstaf (Alflen/ Ultee/Van den Ham) en de flink gerenoveerde selectie van FC Utrecht. Bij dat laatste waren een goede keeper en een dito spits voor hem de sleutelposities. Adriaanse: 'Een elftal heeft een keeper nodig die punten pakt, ook in wedstrijden waarin je dat niet verdient. Robbin Ruiter is er zo eentje. Ruud Boymans heeft bewezen veel goals te kunnen maken. Weliswaar in de Jupiler League, maar hij is een type spits dat bij Utrecht past. Hij heeft dat alleen door blessures nog niet kunnen laten zien. Achterin staat met Ramon Leeuwin en Gevero Markiet een goed duo. Leeuwin is de betere voetballer, maar in de duels staan ze samen sterk. Ze zouden alleen wat meer moeten durven om het middenveld te versterken. Die linie is dynamisch. Voorin heeft Utrecht zeven heel jonge, zeer talentvolle en vooral razendsnelle vleugelspelers. Er is denk ik geen club in Nederland die dat kan zeggen.'

De Utrechtse clubleiding heeft dit seizoen de eis uitgesproken 'spektakelvoetbal' te willen spelen. In een poging Galgenwaard vol(ler) te krijgen. Hoe? 'Win je alles, dan ben je kampioen en zit het stadion vol. Maar je moet ook reëel zijn. Utrecht wil terug naar het echte Utrecht-voetbal dat we vroeger met Joop van Maurik en Jan Groenendijk speelden. Engels. Dat proces kost tijd, al heeft de seizoenkaarthouder het geduld niet om daarop te wachten. Dus moet je hen wekelijks prikkelen met leuk voetbal.' Ook Adriaanse ziet dat het wat dat betreft in de laatste fase spaak loopt. Mede vanwege de vele blessures. 'Het belangrijkste is dat de club vasthoudt aan de aanvallende lijn die is ingezet. Bij veel blessures is het verleidelijk om te gaan schipperen, maar je moet het gewoon niet doen. Ook niet als je het met heel jonge jongens moet doen. De concurrentie in de eredivisie is er niet sterker op geworden, dus je moet het gewoon durven om op de aanval te spelen. De goals gaan dan komen.'

 

 

Het aanvallend denken is aan de nieuwbakken trainersstaf wel toevertrouwd, merkt Adriaanse. 'Willem II was in stadion Galgenwaard gelijkwaardig aan Utrecht. Robby Alflen bracht met Leon de Kogel een spits, Streppel ruilde daarop een spits in voor een middenvelder. Alflen schaakte dus met wit, aanvallend, Streppel met zwart.' Het voorbeeld staat niet op zich, want ook tegen Feyenoord en Groningen maakte Utrecht met respectievelijk Rodney Antwi en Ruud Boymans het verschil door aanvallend te wisselen. De drie invallers kroonden zich stuk voor stuk tot matchwinnaar. 'Tegen Twente speelde Utrecht na de 1-0 ook met twee middenvelders en vier aanvallers. Dat zegt iets over de intenties waarmee deze staf werkt. In Enschede had het niet het gewenste resultaat, maar Yassin Ayoub en Anouar Kali konden met zijn tweeën 45 minuten heersen. Bij Twente, toch een topclub, was iedereen helemaal uitgewoond, gaf Youri Mulder na afloop toe. Onze ploeg herhaalde na drie dagen wat het tegen PSV ook deed. Eerst werden ze overrompeld, maar ze herpakten zich prima. Mentaal zit het dus goed.'

Adriaanse zegt er stellig in te geloven dat Utrecht, dat toch al decennia te boek staat als slapende reus, kan ontwaken. De crux van dat verhaal ligt volgens hem toch vooral bij het aanvallende voetbal. 'Utrecht is de vierde stad, is het aan zijn stand verplicht de lat hoger te leggen. Ik heb nooit begrepen dat het stadion niet voller zit. Kan het in Heerenveen en Enschede, dan is het hier ook mogelijk. En het gaat ooit gebeuren ook.'

 

Algemeen Dagblad

4 oktober 2014

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen